Het hart van degene die het Tao wenst te realiseren, behoort voor alles open te staan. 

Dit betekent dat men zich tegen geen enkel idee of ding, levend of dood, tastbaar of niet tastbaar, mag afzetten. Volledige acceptatie is de diepste essentie van Tao. 

Voor alles openstaan betekent eveneens dat men met elke vorm van onderscheid, man en vrouw, zelf en niet-zelf, leven en dood, moet afrekenen. 

Hokjesgeest is in strijd met het wezen van Tao. 

Wie boven discriminatie en hokjesgeest uitstijgt, zal de mysterieuze verbondenheid van alle dingen ervaren.