Een hoogstaand mens zal zich voor het welzijn van ieder schepsel inzetten. 

Hij doet dit omdat hij zich verantwoordelijk voelt voor alle daden die hij in zowel de zichtbare als de onzichtbare wereld verricht. 

Als hij naar een boom kijkt, ziet hij niet alleen een deel, maar het hele proces waarvan wortel, bladeren, stam, water, aarde en zon deel uitmaken; alle dingen zijn immers een onderdeel van een groot weefsel en bestaan dankzij deze relatie. 

Als hij naar zichzelf en anderen kijkt, ervaart hij dezelfde verbondenheid. 

Bomen en vogels, mensen en insecten, bloemen en dieren, Het zijn allemaal uitdrukkingsvormen van de fijnstoffelijke energieën waarvan het hele universum doordrongen is. Door zich met elkaar en met de elementen van de aarde te verbinden, brengen zij alle levende wezens voort. 

Een hoogstaand mens begrijpt dit en weet dat zijn energieën deel uitmaken van een groter geheel. 

Vanuit dit inzicht vereert hij de aarde als zijn moeder, de hemel als zijn vader en alle levende wezens als zijn broeders en zusters. 

Hij weet dat hij door iedereen met zorg te behandelen, goed voor zichzelf is. Hij weet dat hij door hen alles te schenken wat hij heeft, zichzelf alles geeft. Hij weet dat hij door in vrede met anderen te leven, in vrede met zichzelf leeft.