|
SAMEN STERK
REFERAAT TIJDENS DE LANDDAG 2005 VAN DE VLAAMSE AA
Beste vrienden,
We zijn in de maand maart van het jaar 1958. Het laatste stukje verschijnt. Het laatste stukje van een serie werkjes, een serie genaamd
“Let’s be friendly with our friends”. De schrijver van die stukjes is een zekere Bill Wilson, wie echter deze schrijver kent, kent hem beter onder de naam Bill W.. Hij is namelijk de voorloper, de medeoprichter van een organisatie die zich inzet om mensen met een drankprobleem toch nog een menswaardig leven te bieden. In die organisatie spreken ze elkaar alleen aan met de voornaam, daarom Bill W. . Die organisatie heet Alcoholics Anonymous of kortweg AA.
En over die AA schrijft Bill in de serie “let’s be friendly…”. Over een AA die op dat moment reeds een goeie twintig jaar oud is. Een AA aan de rand van volwassenheid, blakend van zelfvertrouwen en klaar om de rest van de wereld in te palmen. Daar tegenover staat Bill, als een ouder, een vaderfiguur die zijn kind wilt waarschuwen voor ondoordachte beslissingen, voor verkeerde keuzes, voor hoogmoed. Hij wil zijn kind vooral op het hart drukken om niet halsstarrig zijn eigen weg te gaan zonder te luisteren naar, en respect op te brengen voor de anderen, de anderen die eveneens proberen alcoholisten te helpen.
Luister even naar wat Bill aan zijn AA-ers vertelt:
Eerst haalt hij wat feiten aan die de toestand van het alcoholisme op dat ogenblik omschrijven en dan gaat hij verder met het volgende:
“Deze feiten over alcoholisme zouden ons tot nederigheid en tot nadenken moeten stemmen. Natuurlijk mogen we dankbaar zijn voor iedere instantie of methode die probeert het probleem van het alcoholisme op te lossen, of het nu door geneeskunde, godsdienst, opvoeding of onderzoek is. We kunnen met een open geest tegenover al deze inspanningen staan en begrip opbrengen wanneer onbezonnen personen mislukken.
We weten dat AA zelf jaren slechts is geëvolueerd met vallen en opstaan.
Als individuele AA-ers kunnen en zouden we moeten samenwerken met diegenen die een kans op welslagen beloven, ook al is die kans miniem.
Ook mogen we onze specifieke overtuigingen of vooroordelen niet laten primeren op ons gezond verstand en onze goede wil. Velen onder ons denken bijvoorbeeld dat alcoholisme hoofdzakelijk een spiritueel probleem is. Daardoor schenken we weinig aandacht aan de biochemici, die ons willen laten geloven dat dronkaards meestal drinken wegens een slecht metabolisme. Ook zijn we geneigd ons kwaad te maken wanneer psychiaters alle kwesties van goed en kwaad wegwuiven, en erop aandringen dat het werkelijke probleem van de alcoholist zich altijd concentreert rond het neurotisch gedrag dat hij onbewust als kind heeft verworven, waardoor hij zich slecht aanpaste door het falen van zijn ouders. Wanneer sociale werkers verklaren dat de echte oorzaken van het alcoholisme moeten gezocht worden in foutieve sociale omstandigheden, zijn we geneigd ons daartegen te verzetten en te zeggen: "Wie geeft er om de oorzaken? AA kan alcoholisten helpen zonder daar allemaal zo diep op in te gaan."
Op een gelijkaardige manier wijzen sommigen in AA elke poging tot therapie af buiten de onze. We breken sommige hospitalen en instanties af, omdat zij te weinig bereikt hebben. We betreuren de verkwisting van geld door de staat en door private instellingen. We boren elk experimenteel geneesmiddel, dat ongeschikt bleek, de grond in. We bagatelliseren de inspanningen van religieuze mannen en vrouwen die zich om ons, alcoholisten, bekommeren. We geloven wél dat een degelijke voorlichting over alcohol goed is, maar zijn ook geneigd te denken dat AA hierin - onrechtstreeks - toch het grootste aandeel heeft.”
“Meer en meer beschouwen we allen, die werken aan het probleem van het alcoholisme in zijn geheel, als onze metgezellen in een mars vanuit de duisternis naar het licht. We zien in dat we samen kunnen bereiken wat we nooit afzonderlijk of als rivalen zouden hebben kunnen uitvoeren. Ik moet toegeven dat ik, begaan als ik was met AA en zijn belangen, te weinig aandacht besteed heb aan het totale alcoholprobleem. Ik heb er echter wel een kijk op, en die kijk zou ik graag aan jullie willen doorgeven”.
Dit was een citaat uit het werkje van Bill “let’s be friendly with our friends”
Vandaag, 21 mei 2005, De Vlaamse AA viert zijn hoogdag, zijn landdag, de dag die terug kijkt naar gisteren, de dag die vooruit kijkt naar morgen. Laat ons dan terugkijken naar die tekst van de bezorgde vader Bill. Ja, het is een ander continent. Ja, het was een andere tijd. Maar ook ja, het geldt nog steeds vandaag.
Bill zag toen al de nood om samen - te - werken, alcoholisme is zo’n immens groot probleem dat je het onmogelijk alleen kunt beheersen. Nutteloos om ons af te vragen of andere personen of instanties wel “onze regels” volgen of te vrezen dat het ledenbestand van AA zou dalen door de “concurrentie” van andere initiatieven. Laat andere groepen of instanties delen in onze ervaringen, laat ons delen in de hunne. Aan het einde van de rij is het niet belangrijk wie er achter welk pamflet schuil gaat, wie in welke naam onder welke omstandigheden en op basis van welke informatie nuchter blijft. Het enige dat we ons mogen en kunnen toewensen is dat er binnen een maatschappelijk systeem een degelijk en zo groot mogelijk vangnet ontstaat. Een vangnet dat allen die onder alcohol lijden een oplossing kan bieden.
Wat voor het grote geheel geldt, geldt duidelijk ook voor de delen. Even belangrijk als de pogingen om als organisatie samen te werken met andere groeperingen of instanties zijn de inspanningen die we als enkeling binnen die AA kunnen opbrengen. inspanningen die we kunnen leveren om onze vrienden binnen de eigen groep bij te staan, of om nieuwelingen op te vangen. Inspanningen die we kunnen leveren om de werkingen van onze provinciale en Vlaamse diensten te ondersteunen. Dit, beste vrienden, dit zorgt voor dat warme “samen- gevoel” , niet dat eenzame “ik alleen- gevoel” maar een “samen sterk- gevoel” en vooral dat “WIJ- gevoel”.
Het is dat “WIJ- gevoel” dat we ook hier mogen verwachten, die elektriciteit die ook hier in de lucht hangt, dat warme tintelende gevoel dat je ook hier krijgt als je gelijkgestemden ontmoet. Want, hoewel het eerste woord van onze naam “anoniem” is mogen we zelf niet in de anonimiteit verdwijnen. Nee, we moeten hier duidelijk naar buiten komen, elk op zijn manier, elk met zijn of haar ideeën, maar vooral, met respect voor elkaar en voor elkaars mening en in de wetenschap dat enkel een aanpak die het resultaat is van het denkwerk, de inzet en de verscheidenheid van velen onder ons ervoor kan zorgen dat onze eigen organisatie een kans maakt om morgen nog een antwoord te bieden aan mensen met alcoholproblemen.
Eerst begonnen we met de relaties tussen AA en andere, gelijkgestemde organisaties, daarna kwam onze AA aan de beurt. Als derde stuk vind ik het dan ook gepast om te eindigen bij onszelf. Misschien eerst een klein beetje van elk onze persoonlijke geschiedenis, onze AA-geschiedenis, dat eerste contact, je weet wel dat 12e stapwerk, het moment dat anderen bij jou komen staan en je vertellen dat je niet alleen bent, dan begin je aan te voelen wat samen-sterk zijn wil zeggen. Een gevoel dat bevestigd wordt in je eerste vergaderingen, als de groep jou het plan uitlegt hoe ze er, samen met jou, voor zullen zorgen dat je dag na dag van dat eerste glas zult afblijven. En als je dan langere tijd deel uitmaakt van die groep en je zelf nieuwe mensen ziet toekomen, en er voor kunt zorgen dat ook zij dat gevoel van “samen-sterk” kunnen ervaren. Dan zie je ook dat je eigen groep er door samenhorigheid in slaagt om jaar na jaar te blijven voortbestaan en steeds nieuwe mensen te helpen, en je weet dat jij deel bent van die groep. Indien je op al die momenten die ik zojuist aanhaalde, dit “samen-gevoel” ervaren hebt, dan ben ik er van overtuigd dat jou weg een weg is die naar omhoog loopt in de richting van het geluk, het geluk waarop wij allen mogen hopen wanneer we samen met anderen de weg van AA bewandelen.
Laat deze landdag daarom ook een nieuwe aanzet zijn voor een gans jaar samenwerking, samenwerken over de grenzen van AA heen, samenwerken binnen onze AA organisatie, samenwerken met de vrienden in onze groep. Alleen door samen te werken krijgen we dat “samen- sterk” gevoel dat zo belangrijk is om dag na dag nuchter te blijven. En dat “samen sterk” gevoel krijg je simpelweg door zonder vooroordelen en met respect te luisteren naar en te praten met de anderen. En praten moeten we doen vrienden, de taak die daarbuiten op ons wacht is niet simpel, in ons land alleen al worden honderdduizenden mensen dagelijks geconfronteerd met alcoholproblemen.
De wereld ziet er wel iets anders uit dan in dat jaar 1958. De aard van ons probleem is misschien wel hetzelfde gebleven maar ondertussen staat de wetenschap veel verder rond deze problematiek. En vooral, de manier waarop mensen met mekaar communiceren is totaal veranderd.
En laat de mensen gerust hun anonimiteit houden, maar laat de ganse AA niet in de anonimiteit verdwijnen dus spreek met mekaar, luister naar mekaars ideeën en vooral, help ervoor te zorgen dat AA de organisatie blijft die haar verantwoordelijkheid kan nemen nu en in de toekomst om te doen waar ze oorspronkelijk voor bedoeld is namelijk het waarmaken van de volgende belofte ooit uitgesproken in naam van AA en ik citeer:
Ik ben verantwoordelijk...
Wanneer wie dan ook, waar ook ter wereld,
Zijn hand uitsteekt om hulp,
Wil ik dat de hand van AA er altijd zal zijn.
En daarvoor ben ik verantwoordelijk...
En ik voeg er nog aan toe: op gelijk welk ogenblik, onder gelijk welke vorm.
Ik dank u
Ps. Voor de duidelijkheid wil ik er hier nog wel aan toevoegen dat ik de volledige en persoonlijke verantwoordelijkheid neem voor de inhoud van deze tekst, dat dit alles mijn eigen standpunt is en ik op geen enkel ogenblik een standpunt van de officiële AA- organisatie verkondig.
ADB - ( Algemeen Dienstbureau van de Vlaamse AA) tel 03/239-14-15
www.aavlaanderen.org
E mail:
met toelating
copyright Jean-Pierre |
|