Vierde Stap
Wij hebben een diepgaande en onbevreesde morele inventaris van onszelf opgemaakt.
november 1999
Dit is voor mij een stap die me veel geholpen heeft. Eens toegegeven dat er een probleem was kon ik best proberen er iets aan te doen.
Dat was in eerste instantie stoppen met drinken. Niet eenvoudig, maar dag per dag is het haalbaar.
Toen de zenuwen wat gekalmeerd waren begonnen de herinneringen.
Ook toen ik dronk leefde ik dag per dag en had niet teveel zenuwen, maar ik had er wel drank voor nodig, meer en meer.
Ik zat dus met die herinneringen en vroeg me af wat ik er mee moest aanvangen. De meeste waren niet aangenaam.
In geval van twijfel, raadpleeg de instructies, dacht ik en las er de vierde stap op na. Daar vragen ze me niet om mijn herinneringen te verdringen, in tegendeel, ik zou ze best opschrijven, er een lijstje van maken.
Bovendien word ik verzocht het onbevreesd te doen, en diepgaand. En daar ben ik dus mee bezig.
Ik vroeg me wel af wat het nut kon zijn van iets zo onplezierig. Ik zou 'gelukkig nuchter' worden en ik werd verzocht er achter te komen wat de redenen waren waarom ik niet deugde en waarom ik met de wereld overhoop lag.
Maar in de plaats van dwars te liggen en me moe te maken met het zoeken naar uitvluchten om die inventaris niet te maken begon ik er toch voorzichtig aan.
Ik deed er lang over. Ik stelde zelfs vast dat één van mijn grootste minpunten is dat ik mijn eigen fouten niet zie. Eerlijk gezegd had ik nogal een goede indruk van mezelf.
Het lijkt eigenaardig, en voor mezelf nog het meest, dat ik mij niet de dieperik in werk door al dat gewroet. In tegendeel, telkens er iets boven water komt waaraan ik 'lijd' geeft die ontdekking eerder een gevoel van opluchting. Vraag mij niet waarom.
De herinneringen werden minder zwaar wanneer ze duidelijker werden en dat was opnieuw het omgekeerde van wat ik verwacht had.
Op dit moment moet ik toegeven dat het allemaal eerder een gevoel van opluchting geeft. Alsof er meer en meer zaken zijn waaronder ik een streep kan trekken, ze zijn van de baan.
Alle stappen van ons programma zitten natuurlijk in elkaar verweven en het is niet alleen de vierde stap die deze opluchting geeft, maar het is voor mij wel het noodzakelijk begin.
Volgens mijn ervaring komen de beloftes, die AA maakt, slechts uit wanneer ik mij zo grondig mogelijk bezig houd met deze suggestie.
november 2001
Ja, dat is wel even schrikken, die inventaris. Eerst schrok ik omdat ik niets vond, dan omdat ik teveel vond. In die eerste periode dat ik nuchter was en voor 't eerst hoorde van de vierde stap stelde ik vast dat ik niets kon ontdekken om op dat groot wit scherm te zetten. Ik zou mijn morele inventaris in mijn computer steken, daar was plaats in!
Maar ik vond niets te noteren, niets negatief (had nog een goed gedacht over mezelf) en niets positief (zo goed was het blijkbaar ook niet).;
Het was alsof ik niet geleefd had, die 25 jaar van drinken... en mijn jeugdherinneringen waren ook vaag. Behalve de herinnering aan drank en wat daarbij hoort had ik geen beelden in mijn hoofd. Soms een steek van wroeging, zelden wrok, soms spijt, en dan weer niet. Het was erg verwarrend.
Na een tijd was ik nuchter genoeg om mijn omgeving te zien en te observeren. Ik keek naar hen, en ik keek naar mezelf, en ik vergeleek.
Wat is goed, en wat is slecht? Wat is normaal? Zeker op moreel gebied. Ik wist het niet.
Ik had geen geweten. Lap, wat een ontdekking.
Ik ben meteen beginnen oefenen in de ontwikkeling van een geweten.
Ik observeerde mensen, en hun gedrag. Onderzocht: 'vind ik dat nu goed of verkeerd?' en dan… 'doe ik dat ook? Gedraag ik mij ook zo?'
De mensen om mij heen werden spiegels, en ik had het gemakkelijker om hun gedrag te beoordelen dan het mijne. Eens mijn oordeel gevormd moest ik maar eerlijk bepalen of ik in hetzelfde bedje ziek was/ben.
En zo doe ik het nog steeds, dat is mijn manier waarop ik mijn inventaris opmaak.
september 2018
Wanneer ik mijn teksten uit de eeuwwisseling lees merk ik dat ik bezig was met een zoektocht. Die tocht zal nut gehad hebben maar hoe ik werkelijk in elkaar steek heb ik pas ontdekt door te luisteren naar opmerkingen gemaakt door mensen die mij goed kennen.
Partners, ons moeder, collega's op het werk en de collega's uit de groep. Af en toe zeggen ze iets, soms serieus, soms lachend maar ik deed er goed aan te luisteren.
Ik heb twee manieren om mezelf te leren kennen: observeren wat mij stoort aan anderen omdat dit ook mijn gebreken zijn en luisteren naar hun opmerkingen.
En dan vertel ik er over in de volgende vergadering, maar dat is ook de volgende stap.