Vierde Traditie
Elke groep behoort autonoom te zijn; behalve in aangelegenheden die andere groepen of AA als geheel betreffen.
juni 2000
Het is voor ons individualisten vanzelfsprekend dat ook onze groep waartoe wij behoren individuele trekjes moet hebben. Anders zouden wij er ons niet thuis voelen en niet nuchter blijven. Maar net zomin ik het alleen kan bolwerken (of toch niet lang) kan een groep dit ook niet. Hij is autonoom in zijn werking maar moet meedraaien met het geheel. In een groep, die dat niet doet kan het een tijd goed gaan, maar er komen nieuwelingen en mensen krijgen nieuwe ideeën. Deze zullen rond zich kijken, zelfs over het muurtje van de groep heen, en gaan vergelijken. Dan komen de vragen, waarop dikwijls geen antwoord bestaat. De groep maakt onvermijdelijk een crisis door.
Autonomie voor een groep is dus wenselijk, maar teveel afwijken van wat gangbaar is, van de AA-geest, is op termijn altijd om moeilijkheden vragen. AA hangt aan mekaar door suggesties die nageleefd worden, het zijn geen wetten. Ik ondervind dat iedereen akkoord gaat met praktisch alle suggesties die aangehaald worden, en toch zijn er regelmatig kleine problemen. Waarom? Meestal omdat op een bepaald ogenblik de gemakkelijkste weg gekozen werd en deze is niet altijd de beste.
Het is natuurlijk een feit dat de groep niet meer kan fout doen dan ikzelf, of een ander lid van de groep. Wanneer ikzelf voortdurend uitspraken doe, die geen steek houden, en dit maar dikwijls genoeg herhaal zal de geest van 'mijn' groep hierdoor misvormd worden en op bepaalde ogenblikken zal hierdoor ergernis ontstaan, de eenheid zal gevaar lopen.
Ik leerde tot nu ook dat in het algemeen AA véél sterker is dan de AA-er en het gewoonlijk de AA-er is die onderuit gaat.