|
De eerste betrachting die men bij een hospitalisatie heeft is
natuurlijk dat de alcoholist zou ophouden met drinken. Indien hij
werkelijk lichamelijk verslaafd is komt dit neer op een doorbreken
van de vicieuze cirkel van de lichamelijke afhankelijkheid. Op
klinisch vlak wordt men dan geconfronteerd met de zogenoemde
dervingsverschijnselen. Dit zijn een aantal lichamelijke en
psychische lasten die erg onaangenaam kunnen zijn en in feite de
alcoholist aanzetten om terug te drinken, vermits hij vroeger
geleerd heeft dat dan die spanningen en ziektegevoelens terug
verdwijnen. Bovendien moet men bij een ontgiftiging steeds aandacht
hebben voor bepaalde risico's die niet alleen zeer onaangenaam maar
ook erg gevaarlijk kunnen zijn. Ik denk aan de mogelijkheid van een
delirium tremens of het voorkomen van een nogal spectaculaire crisis
zoals men die heeft bij epilepsie of vallende ziekte. Over dit alles
wil ik even uitweiden.
De klassieke onthoudingsverschijnselen
De meest frequente klachten en symptomen zijn de volgende:
-
op lichamelijk vlak: beven van handen en tong, zweten, gebrek
aan eetlust, misselijkheid, buikkrampen, wat rood doorlopen
tranerige ogen, uitgesproken slaapstoornissen, te levendige
peesreflexen, soms jeukgevoel en hoofdpijn.
-
op psychologisch vlak: angst, spanning, soms opgewondenheid
en dikwijls depressieve gevoelens.
Deze ongemakken worden gewoonlijk het meest intens ± 24 uur na
volledig ophouden met drinken, terwijl ze meestal na drie dagen nog
maar half zo sterk zijn en na 7 à 10 dagen nagenoeg volledig
verdwenen zijn. Een zekere tremor (beven) ter hoogte van de handen
en een verstoord slaapritme blijven dikwijls veel langer aanwezig.
Een aantal van deze symptomen leerde men eigenlijk reeds vroeger,
nog tijdens de drinkperiode kennen, onder vorm van een uitgesproken
katergevoel, zweten, beven of misselijkheid 's morgens. Dit was voor
de alcoholist trouwens een reden tot ochtenddrinken.
Deze ontwenningstekens treden zeker niet altijd op.
Risico's
• epileptiforme crisis.
Een alcoholist kan tijdens de ontgiftigingsperiode, en meestal komt
dat dan voor op de tweede en derde dag, een epileptiforme crisis
doen met plots bewustzijnsverlies, veralgemeende stuiptrekkingen en
geheugenverlies achteraf. Dit betekent daarom niet dat de alcoholist
lijdt aan echte epilepsie of vallende ziekte maar deze crisis is
alleszins gevaarlijk.
• delirium tremens.
Dit is een ernstige psychotische reactievorm die meestal de derde of
vierde dag begint en meerdere dagen kan duren. De voornaamste
kenmerken zijn: uitgesproken desoriëntatie (patiënt weet niet meer
waar hij is of welke dag het is), zeer weerstandige
slaapstoornissen, men is geagiteerd, men transpireert enorm, er is
kans voor uitdroging en wanneer er bovendien nog temperatuurstijging
optreedt kan dit een erg gevaarlijke toestand worden. Het meest
spectaculaire van deze toestand is dat de alcoholist allerlei
hallucinaties (waanvoorstellingen) heeft met vooral typische
gezichtshallucinaties onder vorm van beestjes zien. Men spreekt wel
eens over spinnen, ratten of slangetjes.
Dergelijk delirium tremens is een verschrikkelijke belevenis en kan
een dodelijk verloop hebben indien er geen adequate medische
behandeling is. Het is fout te denken dat een delirium tremens of
een epileptiforme crisis alleen maar kan optreden bij het stoppen
met drinken; ook tijdens het drinken kan men plots dergelijke
manifestaties meemaken, gewoonlijk dan in verband met een slechte
algemene toestand of wanneer de alcoholist één of andere
infectieziekte (griep, longontsteking...) krijgt. Behalve een
klassiek delirium tremens zijn er nog wel andere psychotische
reacties mogelijk (een hallucinose, een verlengd delirium ...) maar
dit alles bespreken in deze context zou ons zeker te ver leiden. Het
is duidelijk dat een ontgiftiging bij een werkelijke fysische
afhankelijkheid moet gebeuren onder medisch toezicht en met een
aantal voorzorgen. Traditioneel probeerde men de risico's zo klein
mogelijk te houden door slechts progressief het drinken stop te
zetten. Iedereen weet echter dat de alcoholist deze methode
gewoonlijk reeds zelf probeerde toe te passen maar dan zonder veel
succes. De laatste tijd wordt men voorstander van een vrij abrupte
sevrage maar dan wel onder dekking van een aangepaste medicatie.
Zonder te technisch te worden kan ik wel noteren dat het meestal
gaat over vitaminen en kalmerende en angstwerende middelen, die vaak
een zekere verwantschap hebben met alcohol. Men moet dus wel
opletten dat men op langere termijn deze medicatie niet blijft
verder nemen als een soort alcoholsubstituut. Men zou zo van de ene
verslaving naar de andere kunnen overstappen of evolueren naar een
vorm van gemengde verslaving (polytoxicomanie). Vooral met
slaappillen is dit gevaar groot.
Over de frequentie van voorkomen van zware risico's zijn er nogal
uiteenlopende statistieken te vinden. Veel hangt natuurlijk af van
het al of niet tijdig instellen van een aangepaste behandeling.
Bovendien heb ik de indruk dat gewoon de psychologische sfeer bij de
opname de reacties beperkt, wellicht door het opvangen van de
angstcomponent.
|
|
|
|
|
|